Aflevering 9 Hobby en Sport

Hobbies, Knutselen en Sport

Hobby, Knutselen,

Knuttel(en)

Als dr. Gerard Knuttel, ontrukt aan zijn Haagsch Gemeentemuseum, de bazuin der Kunstverheerlijking steekt, troepen de gijzelaars in menigte in de aula bijeen. Zijn voordrachten met lichtbeelden zijn zoo populair dat de vraag: “Ga je mee knuttelen?” algemeen gebruik is geworden. Hij weet veel en deelt daarvan rijkelijk mede aan zijn lotgenooten. Hij is geladen met geestdrift en beproeft die in zijn hoorders te gieten.

Waar deze minnaar der Muzen ook maar het kleinste vonkje van ware kunstbezieling bespeurt, sluit hij den bezielde meteen in de armen. Het publiek heeft een zwak voor hem en respect voor zijn kennis. Dr. Knuttel herhaalt vele malen, dat het laatste woord in alle kunstbeoordeeling gesproken wordt door het genot, dat de beschouwing van het kunstwerk wekt.

Als hij, bijgestaan door den jongen advocaat Sanders, een tentoonstelling van werk van gijzelaars voorbereidt en een droog motto voorstelt, weet het kamp het beter en antwoordt met; “Knutsel met Knuttel of Anders met Sanders”. Het motto wordt onder algemeene instemming aanvaard. Hij is en blijft een van de populairste figuren in het kamp. (Peereboom pp. 97 – 99)

Rondom het sporthok en langs de lijn

C.J. van Nus in Gedenkboek Beekvliet.

Onze zesenveertigjarige linksbuiten, met de ademreserve van een voetballer van twintig – rent langs de lijn – zet mooi voor. Jammer Piet, die kleine pittige Indische jongen staat weer goed opgesteld. Die zet metéén ook z’n geelzwarte voorhoede aan het werk. ,,Keurig, professor!”   ,,Dà’s nou ècht geleide economie!” verzekert m’n buurman, die alle hoop op zwartwit heeft gesteld. Maar het bruine monster is al weer terug. De druk op het zwartwitte doel wordt sterker.

“Goàl!” De geelzwarten staan voor! Vierhonderdzesendertig gijzelaars langs de lijn vergeten alle zorgen. . . . schreeuwen zich heesch. . . . smijten in vervoering hun buurman met stoel en al om of voeren een wilden krijgsdans uit. ’t Is immers hun ploeg, die voorstaat – de ploeg, waarop zij gewed hebben! M’n buurman rechts is stil geworden – z’n kans op de tien seroetoes van kamer één voor het juiste antwoord op de vraag “Wie wint Zaterdag?” is door deze goal verkeken.

 

Vaste klanten in degelijke sportkleeding en gelegenheidsartisten in keurig opgeperste sportcostuumpjes of doodgewoon zonder colbertje. Uit de baloefeningen bij de lichte athletiek groeide na korten tijd ook de handbalsport en deze tak van sport, die hier in het kamp tusschen rugby en the noble art of self defense inlag, vond een schare van beoefenaars.

De gijzelaars legden hun eigen tennisbanen aan. De bijzondere sportdagen werden ook gevuld met bijzondere sporten, zoals de touwtrekwedstrijden.

TOUWTREKWEDSTRIJDEN

“The king of games” – cricket – sprak gedurende de zomermaanden een flink woordje mee.             De (met opzet?) achtergelaten cricketspullen van de seminaristen, aangevuld door materiaal van cricketvrienden uit alle deelen van het land, en vooral onze later op misdadige wijze omgebrachte trouwe hond Manus – die bij “vieren” en “zessen” zonder “Passierschein” in actie kwam – maakten ons de beoefening van deze edele sport mogelijk.

MANUS

Eind September kwam de hockeysport de plaats van cricket innemen en ook hier was weer onmiddellijk een flinke kern, waaromheen zich jn de herfst- en winter maanden vele belanghebbenden groepeerden. Frieslands zonen grepen weer naar hun nationale tradities terug. Het spel met den kleinen bal – de kaatssport – vond ook hier z’n beoefenaars en menig kampgenoot uit de andere provincies liet zich door onze Friezen over dit volksspel inlichten.

0, ja en dan nog iets . . . . De beheerder van het sporthok verzocht mij er nog even uw aandacht op te vestigen, dat er nog 18 zwarte broekjes ontbreken. Hij vroeg deze vóór 5 uur aan het sporthok in te leveren.