HANS EN GIJS MICHIEL SAMSON

Met dank aan Gijs Michiel Samson, Yve de Vries en Jan Spit voor het fragment uit het boek "Vier jaar Indisch Gijzelaar" van Rijshouwer en van Wermeskerken. (p.287)

De knutselaars onder ons: Timmermans, Cohen, Bish, Van der Harst, Noyon en Edeling, amuseerden zich in gymnastiekzaal en knutsellokaal, Melis schiep een draaibank in zijn mosselenhuis. Bolland vervaardigde presenteerbladen met ingelegde vlinders, koekoeksklokken, naambordjes etc. Ja, wat gijzelaars al niet maken. Het mooiste product leverde Samson. Hij maakte den kleinen Samson en wij kregen een zakje met muisjes.

 

Het verhaal van Gijs Michiel over zijn vader Hans Samson

Gijs Michiel werd tijdens WOII op 25 september 1943 in Den Haag geboren. Hij was de zoon van Henry Abraham Samson, roepnaam Hans. Vader Hans Samson zat tijdens de geboorte van Gijs Michiel als gijzelaar gevangen te Sint-Michielsgestel. Eind december 1942, negen maanden voor de geboorte van zijn zoontje was hij ook al gijzelaar in Beekvliet. Hij behoorde tot de Indische gijzelaars die op 19 juni 1940 gevangen waren genomen en toen in concentratiekamp Buchenwald terecht kwamen. Hans Samson zat de maximum tijd vast en kwam via Haaren, Beekvliet, de Ruwenberg uiteindelijk in Vught, waar hij op 17 september 1944, kort voor de eerste verjaardag van zijn zoontje Michiel vrijkwam. Hans Samson overleed op 30 maart 1996 (89) te Bilthoven.

 

 

Foto: Portret van Hans Samson geschilderd door A. J. Zoetmulder in Sint-Michielsgestel, gesigneerd 11 september 1942.

Paniek

De nu 76 jarige Gijs Michiel vertelt: ”Ik moet een jaar of 6 zijn geweest toen ik naar aanleiding van iets, dat mij niet meer bijstaat, in paniek naar mijn moeder ging: Hans kan mijn papa niet zijn want hij was toch gevangen in de oorlog? Ze legde me uit: eens in de zoveel tijd gingen de gijzelaars, die onder Rode Kruis bescherming vielen, naar het ziekenhuis in Den Bosch zogenaamd voor medische controle. Daar kreeg ik bericht van. Zo konden je vader en ik elkaar liefdevol privé ontmoeten in een behandelkamer. Dat stelde mij gerust. Maar, voegde mijn moeder toe: ik was een ondergedoken Jodin met valse papieren en wilde natuurlijk niet zwanger raken. Ik had vergeefs alles gedaan om zwangerschap te voorkomen. En daarna vergeefse pogingen om er vanaf raken. Maar ik heb je toch gehouden en ik was blij met je, ook al was de oorlog zo zorgwekkend. Mijn naam Gijs Michiel, afgeleid van Gijzelaar in Sint-Michielsgestel, zou zijn bedacht door een groepje SDAP’ers, waaronder de latere MP Willem Drees en latere minister J.G. Suurhoff. Ik dank dus mijn bestaan aan de z.g.n. Bosschedienstverlening, zoals de bezoekjes van de gijzelaars aan het ziekenhuis werden genoemd.”

 

 

Valse papieren

Hans Samson werd in 1906 in Paramaribo geboren in een Joods gezin. Omdat zijn vader Bram al voor drie oudere studerende zonen betaalde, moest Hans zijn eigen boontjes doppen. Hij werd onderwijzer, spaarde en ging op wereldreis. Voor die tijd uniek. Hij kwam naar Nederland waar zijn broer Max in Leiden medicijnen studeerde. Max was vaak platzak en was dol op adresjes waar hij als gast kon verblijven, zoals bij de familie Nathans in Assen. Hij was er als exotische Surinaamse Joodse student van harte welkom. Op één van zijn tochtjes naar het noorden nam hij Hans mee. Zo ontmoette Hans Jenny, toen ze 14 was. Hans trok verder: China, Japan, en bleef hangen op Ambon, toen Nederlands Indië, als onderwijzer/schoolhoofd. In 1939 kwam hij met verlof naar Nederland, trok spoorslag naar Assen en vroeg Jenny zonder omweg direct ten huwelijk. Ze trouwden in 1939.

De Duitse inval in 1940 belemmerde het vertrek van Hans en Jenny naar Ambon. De Duitsers in Nederlands Indië werden daar geïnterneerd, waarop de bezetter in Nederland als represaille vele hier verblijvende Indische ambtenaren als gijzelaar nam. Zo ook Hans, maar zonder dat als hij als Jood bekend werd. Hij beschikte over valse papieren.

Indische gijzelaar

Later vertelde Hans Michiel over de verschrikkingen van het concentratiekamp Buchenwald, waarvan hij van dichtbij getuige was geweest. Michiel zegt daarover: “Het leek dat Hans bij zulke verhalen die ellende opnieuw op afstand voor zich zag en min of meer doorvoelde. Mijn inkleuring, of was dat ook zo?”

Gelukkig werden de Indische gijzelaars in november 1941 teruggebracht naar Nederland. In Haaren kwamen ze van de hel in de hemel, ook al waren ze nog steeds gevangen. Maar het was er in zekere zin nog beter dan buiten in het bezette Nederland, ook al waren hun Duitse bewakers gespeend van empathie en gespierd in grofheid.

Michiel vertelt: “Hans kon die kenmerkende Nazi methode van schreeuwerig blaffen tegen de gevangenen perfect imiteren. Later bij kijken naar de Hitler films van Leni Riefenstahl zag en hoorde ik dat het in werkelijkheid nog meer krijserig was. Het was niet enkel de woordspeling die mij als kind raakte, bij een anekdote uit Sint-Michielsgestel. Hans deed mij treffend voor: een blaffend schreeuwende bewaker tegen de befaamde jurist Prof. Pos: Haben sie das nicht gehört? Prof. Pos in alle waardigheid: Ich habe das gehört aber ich verstehe es nicht. Zulke waardigheid kon in Sint-Michielsgestel nog bestaan, maar niet in de vernietigingskampen. Dáár wist je, zulke daverende verwildering dien je zwijgend en hopend te ondergaan.”

Hans kreeg tijdens zijn gijzeling Franse les van Anton Constandse en hij volgde colleges recht bij prof.

Pos. Zo kon hij eerstegraads leraren bevoegdheid halen voor Frans en Staatsinrichting. Hij kreeg verlof om staatsexamen te doen, midden in oorlogstijd!

.

Klaslokaal in de Ruwenberg  V.l.n.r. Hans Samson, Anton Constandse en Marinus van der Goes van Naters.

Altijd dreiging

Op 29 juli 1943 vielen Duitse soldaten plotseling, als ware het een razzia, de Ruwenberg binnen. Zonder uitleg werden drie joodse gijzelaars opgehaald en naar Westerbork gebracht: Levie, Slager en Meiboom. De violist Jo Juda, een van de drie Joodse gijzelaars die de oorlog heeft overleeft als gijzelaar, schreef in zijn boek Jantje Paganini: ”Eens, bij het wakker worden, vroeg in de morgen, lang voor de normale tijd van opstaan, hoorde ik opgewonden gefluister. Ze hadden het over de Joodse kameraden: Levie, Dr. Slager en Mr. Meyboom. Ze waren in de ochtendschemering door Duitse SS-ers weggehaald. Samson, Coutinho en mij hadden ze òf vergeten, òf Mennes had de Duitsers op hun vraag of er nog meer Joden onder de gijzelaars waren, kunnen ontkennen, omdat wij geen J op onze valse persoonsbewijzen hadden. Opeens voelde iedereen, in het bijzonder de deze keer met rust gelaten Joden, weer de dreiging van het Nazi-regime, dat onberekenbaar, plotseling dodelijk kon toeslaan.”
Indisch Gijzelaar Isedoor Levie uit Assen is omgekomen op 17 september 1943 in Auschwitz. Mr. M. Meiboom uit Den Haag en dr. David Slager uit Eindhoven, overleefden de oorlog.
De broer van Hans, arts-apotheker Max Samson werd met zijn gezin naar Westerbork gedeporteerd en van daar in december 1942 naar Auschwitz. Max werd tewerkgesteld en bleef tot 28 februari 1943 in leven. Hij werd 38 jaar. Zijn vrouw en de twee kinderen werden naar de gaskamer gestuurd. Zij stierven op 11 december 1942, 40 jaar, 4 jaar en 3 jaar oud.


Links op de bank Hans Samson. De anderen zijn: M. Schuurmans, M. Schaafsma en G. Kuiper, alle vier Indische gijzelaars, die werkzaam waren in het onderwijs in N.I. en toevallig met verlof waren in Nederland toen de oorlog uitbrak. Deze foto is in Haaren gemaakt.